Julio Cortázar werd geboren op 26 augustus 1914 in Brussel, de dag van de eerste Duitse bombardementen op de stad. Aan zijn geboortehuis (Louis Lepoutrelaan 116, Elsene) hangt nog steeds een gedenkteken. Cortázar was de zoon van Argentijnse ouders. Zijn vader was lid van de Argentijnse ambassade in België. Als vertaler voor de UNESCO, geëngageerd schrijver en mensenrechtenactivist heeft Cortázar zich altijd ingezet voor de zwaksten van de maatschappij. Net zoals zijn leven, getuigt zijn werk van een oprechte sociale bezorgdheid en een inzet voor vrijheid en gerechtigheid. Cortázar was de auteur van talrijke essays en romans die vertaald werden naar verschillende talen waaronder "Rayuela", "Bestiario", "Las armas secretas", "Todos los fuegos el fuego", "El libro de Manuel", "Los premios", "Queremos tanto a Glenda" en "Los autonautas de la cosmopista”.
Zijn werk wordt beschouwd als één van de meest innovatieve binnen de Latijns-Amerikaanse literatuur uit de 20ste eeuw en is tot op de dag van vandaag een voorbeeld van een actuele representatie van de Argentijnse cultuur.
Cortázar zelf is één van de belangrijkste culturele iconen van Argentinië en zijn werk representeert de kwaliteit en diversiteit van de Argentijnse cultuur. Zijn werk blijft populair bij nieuwe generaties lezers en is naar meer dan twintig talen vertaald.
Hij stierf in Parijs in 1984.
Borstbeeld van Cortázar
Op donderdag 26 mei 2005 vond, op initiatief van de Argentijnse ambassade in België, de officiële inhuldiging plaats van het monument van Julio Cortázar tegenover zijn geboortehuis; op de kruising van de Louis Lepoutrelaan en het Brugmann plein in de gemeente Elsene. Het is het eerste standbeeld van de schrijver op Europese bodem en werd ingehuldigd door de Ambassadeur Guillermo Jacovella en Willy Decoutry, burgemeester van de gemeente van Elsene. Het gaat om een bronzen borstbeeld van de schrijver van de hand van de kunstenaar Edmund Valladares. Het kunstwerk kon gerealiseerd worden dankzij de steun van UNESCO, de Argentijnse ambassade in België en het instituut voor Film- en Audiovisuele kunsten onder het voorzitterschap van Jorge Coscia. Het beeld werd door de beeldhouwer geschonken aan de gemeente Elsene.